Enschede kent al jaren een relatief hoog bijstandsniveau. In het WWB-verdeelmodel is Enschede bovendien structureel een ‘nadeelgemeente’. Dit rapport analyseert de achtergronden van het (hoge) bijstandsniveau. Ligt dit vooral aan het gebrek aan banen in de regio of de bereikbaarheid van die banen? Of zijn juist de kenmerken aan de aanbodkant van de arbeidsmarkt, de samenstelling en vaardigheden van de beroepsbevolking, bepalend?
Uit het onderzoek blijkt dat Enschede duidelijk nadeel ondervindt van het WWB-verdeelmodel. Dat model houdt onvoldoende rekening met het relatief geringe aantal banen dat voor de inwoners van een stad in een grensregio – door de perifere ligging, slechte bereikbaarheid en bestaande grensbarrières – binnen acceptabele tijd te bereiken is. Door deze ‘verdeelstoornis’ ontvangt Enschede structureel te weinig bijstandsmiddelen. De aanvullende uitkeringen die Enschede ontvangt compenseren hier enigszins voor, maar lang niet volledig.