Mensen met een migratieachtergrond hebben een kleinere kans om vanuit een WW-uitkering in te stromen in een baan dan mensen zonder migratieachtergrond, ook na controle voor verschillen in achtergrondkenmerken zoals geslacht, opleiding en huishoudenssituatie. Dit komt uit het onderzoek dat Atlas Research deed in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De gemiddelde kans om vanuit de WW een jaar later in een baan te zijn ingestroomd is beduidend kleiner voor mensen met een niet-westerse migratieachtergrond (33%) dan voor mensen zonder migratieachtergrond (41%). Deze kleinere kans is niet toe te schrijven aan één of enkele deelgroepen met een bepaald achtergrondkenmerk. Desalniettemin varieert het verschil in de kans op instroom wel degelijk naar bepaalde achtergrondkenmerken.
Enerzijds maakt dit de kleinere kans op instroom uit de WW voor mensen met een niet-westerse migratieachtergrond een structureel fenomeen. Anderzijds betekent dit dat er deelgroepen zijn waar dit verschil beduidend groter is dan bij andere deelgroepen.